Expeditie Italia 

Monte Subasio en Monte Cucco

Na een heerlijk weekje bij Castelluccio gaan we weer op pad verder naar het noorden. We rijden via een mooie overnachtingsplek met een jong Duits gezin naar de Monte Subasio naar de Monte Cucco. De wind waait nog steeds fors.

Tijd voor de 4×4

We overnachten onderweg hoog op de berg op een mooi plekkie tussen diepgroene, maar stekelige struiken. Daartussen zitten mooie ruime plekken met geweldig uitzicht. Bij aankomst staan er al twee Duitse gezinnen. We hebben een leuk gesprek met de vader van een jong gezin, die samen met de baby van een maand of drie een aantal maanden reizen. Nu kan het nog. We rijden in de 4×4 stand weg via het stenen pad naar het Noorden. De 4×4 die is ontzettend handig bij steile wegen. Het geeft de toch wel zware Red de noodzakelijke kracht om grip te hebben en daadwerkelijk weg te rijden. Na een paar kilometer verleggen we de route aangezien een stevige boomtak de weg verspert. Niet op de weg, hij groeit voor onze wagens simpelweg net te laag, damm het was zo’n leuke route om te rijden.

Tiny houses

De route langs alle mooi groene valleien, majestueuze bergpartijen en vervallen dorpen, nog steeds schade van de aardbeving, beneemt ons regelmatig de adem. We zien overal ondertussen vrolijk gekleurde noodwoninkjes bij de ingevallen panden staan. Compacte huisjes met alle voorzieningen, inclusief airco want het kan hier flink warm zijn. Het is nu tussen de 35 en de 40 graden op het heetst van de dag. Je zou kunnen zeggen dat de Italianen noodgedwongen de tiny houses hebben omarmt, maar niets is natuurlijk minder waar. De waarheid is dat het bittere noodzaak is. Alhoewel het voor sommige mensen een hele verbetering is een goed werkende airco in een compact huis.

We bezoeken via een hèlè smalle poort bij Assisi Monte Subasio. Ja Assisi van de bekende apostel Franciscus van Assissi. In die tijd had je geen achternaam, maar gebruikte mensen je naam en de plaats waar je vandaan kwam om je te kunnen onderscheiden van gelijk-genaamden, best handig.

De eerste deltavlucht

We staan op een mooi plekje bij een sparrenbos, waar we een volle vuilniszak plastic rapen met achtergelaten troep en een mooie zonsondergang zien. De dag erna is er nog steeds veel wind er wordt wat gespeeld met de kleine vleugels, waarna Koos aan de delta het luchtruim kiest. Met ruim 30 tot 35 kilometer wind is het beter vliegen aan een delta. Wij vertrekken als hij wolkenbasis heeft bereikt richting Monte Cucco, dat is een uurtje rijden. Voor onze schermpjes niet haalbaar. Voor de delta een snellere rit dan wij met de auto kunnen rijden door de bergpassen heen. We treffen de delta hemelsbreed 30 kilometer verder keurig op het landingsterrein aan, die is van de Monte Subasio naar de Cucco is gevlogen. We schuiven langzaam op naar het noorden…

Als het duidelijk wordt dat de wind in het midden van Italië nauwelijks gaat afnemen, zetten we de route naar het Noorden door. We rijden nu door treurig lelijke en soms leegstaande en gedeeltelijk verlaten industriegebieden.
Wat een verschil in landschappen.
Na de regio’s Umbrië, Marche, Emilia-Romagna, Veneto rijden we naar Trentino-Alto Adige de bergen van de Dolomieten.

Related posts

Array ( [marginTop] => 100 [pageid] => @FollowTheRedDot [alignment] => left [width] => 292 [height] => 300 [color_scheme] => light [header] => header [footer] => footer [border] => true [scrollbar] => scrollbar [linkcolor] => #2EA2CC )