Verloreneind wilde tuin en eetbos 

Van moeras naar land

We kochten een landje en het bleek in de praktijk meer een moerasje te zijn. Ruim 4000 kuub grond is nodig om het daadwerkelijk tot ons landje om te toveren. De afgelopen dagen hebben we ons ingespannen om 9 mooie oude knotwilgen aan te planten en te knotten. Als we klaar zijn is het net als of ze er altijd al hebben gestaan. Onderweg naar ons voedselbos.

Ons moeras

Het stuk grond dat we achter het huis hebben gekocht is vooral een moeras. Aan de zijden zijn een soort van dammen langs de sloten aangelegd en in het midden is de grond zo laag dat je op stukken onder het grondwaterpeil loopt. De regen blijft dan ook goed staan en zelfs laarzen zijn op stukken niet hoog genoeg om droge voeten te houden. Nu in het najaar vooral de bramen en het kreupelhout zijn versnipperd, kunnen we aan de slag om het midden op te hogen. We verwachten dat er wel 3.000 tot 5.000 kuub grond in moet. Hoeveel? Ja ontzettend veel. Zeg maar net zoveel kuub als het landje groot is.

Grond, grond en nog meer grond

De Coronamaatregelen en de PAS-normen maken het niet eenvoudig om aan grond te komen. Gelukkig bestaat er zoiets als de grondbank waar vraag en aanbod elkaar treffen. Je zet dan je vraag uit met een raming van de aankoopprijs en wie grond te bieden heeft kan zich dan inschrijven. Je hebt een schonegrondverklaring nodig voor de controles van de gemeente en andere overheidsorganen. Het verkrijgen van voldoende grond heeft wel even geduurd. Corona zat niet mee en de aangescherpte eisen ook niet. Balen natuurlijk, maar ja geduld is een schone zaak. Nadat er afgelopen winter meerdere keren honderden kuubs grond zijn gebracht hebben we nu drie grote bergen op ons landje. Boven op heb je een mooi weids uitzicht. Eindelijk kunnen we het midden van het landje op hoogte brengen.

Nu vrijwel alle grond geleverd is kunnen we aan de slag. Uitrijden en gras erin zaaien!

Mooie oude knotwilgen

Van een buurman krijgen we negen mooie oude knotwilgen. Knotwilgen gedijen het beste op plaatsen waar veel water is. Dus langs sloten of op plaatsen waar het grondwater vrij hoog komt daar moet je ze plaatsen. Helemaal perfect dus voor ons landje dat helemaal omsloten is door sloten. Met hulp van twee graafmachines  hebben we ze ingegraven langs de slootkant aan de oostzijde. Net alsof ze er altijd al hebben gestaan. Ja, met twee graafmachines, want zwaar als ze zijn met meer dan 30 jaar op de teller, heb je die echt nodig. Echt ontzettend mooi en het geld en de inzet waard.

Nu hopen dat ze aanslaan. Het verplaatsen in de rusttijd is het enige wat werkt. Snoeien en/of planten van een knotwilg kan van november tot maart, lees ik online. Wat dat betreft zitten we goed. Bovendien heeft de boom dan nog even tijd om zich vast te zetten, en dan groeien de wortels in het voorjaar zo weer door. De wortels zijn in ons geval niet alleen rondom weggehaald maar ook onderlangs. Nu onderzoeken we wat we moeten doen om hun overlevingskansen te vergroten.

  1. Grond weg rond de stam.
  2. Knotten, zodat de energie naar binnen gaat en
  3. bewateren.

Zou de sloot dicht bij genoeg staan en voldoende voor de wortels te bereiken zijn? Ze hebben door het verplaatsen ook heel wat wortel vertakkingen verloren. Ook zijn de wortels ingekort voor het vervoer. We houden de vingers gekruist. Anders wordt het nog een boeiende vraag hoe we ze zelf gaan bewateren.

Knotten

Een knotwilg elk jaar snoeien, of beter gezegd (be)knotten dat hoeft niet per se, en dat is geluk. Want het is een pittig klusje om op twee meter hoogte met een kettingzaag de takken te verwijderen. Voor een goed resultaat moet het in ieder geval om de drie of vier jaar gebeuren. Ik denk dat we voor 2025 een knot-ploegje gaan organiseren! Gezien de kans op vorst is eigenlijk de meest ideale periode eind februari tot en met maart. Als er niet wordt gesnoeid, dan worden de takken te zwaar voor de stam en gaat die inscheuren. Dan is de kans groot dat er water in blijft hangen en vermolmd de stam. Verouderde of vermolmde knotwilgen zijn door de ontstane holen gelijk wel een geliefde verblijf en broedplaats voor vogels. De steenuil is er gek op. Ruim de helft van de in Nederland voorkomende steenuilen broeden in knotwilgen. Dus daar gaan we voor. Iets verder langs de dijk staan ook wat knotwilgen ik ga de komende week tijdens mijn loopjes eens op uilenonderzoek uit.
Idealiter wordt de boom op een hoogte van zo’n twee meter gesnoeid. Uit de knot die dan geleidelijk aan ontstaat, groeien al vrij snel nieuwe jong takken. De knot en de stam eronder is dan zogezegd het “oude” gedeelte van de boom, die met de jaren dikker wordt. Nou, deze zijn al goed dik en ik heb spierpijn van het wegslepen van de dikke en dunne takken, die na het knotten hier en daar verspreid lagen. Ze zijn allemaal verzameld in een brede muur van wel 2 meter hoog. Met enige trots kijk ik naar mijn werk en wrijf even over mijn zere rug van al het gesleep. De klus is geklaard!

Het is een prachtige gewaarwording dat een knotwilg zo’n ingrijpende snoeibeurt iedere keer weer overleefd. En dat na het herstellen van de snoeiwonden weer nieuwe scheuten worden aangemaakt.

Related posts

Array ( [marginTop] => 100 [pageid] => @FollowTheRedDot [alignment] => left [width] => 292 [height] => 300 [color_scheme] => light [header] => header [footer] => footer [border] => true [scrollbar] => scrollbar [linkcolor] => #2EA2CC )